Daling van de populatie
De Europese egels of gewone egels hebben hun populatie in de loop der jaren aanzienlijk zien afnemen. Deze daling is gekwantificeerd in verschillende Europese landen, zoals Engeland en Nederland. Andere landen, zoals België, hebben deze daling nog niet kunnen evalueren.
Sinds 1981 wordt de Europese egel in Europa beschermd door bijlage 3 van de Conventie van Bern. Het is dus verboden egels, levend of dood, te verkopen, in bezit te hebben, te vervoeren, te verstoren, te verzamelen of te doden. U mag een egel alleen naar een opvangcentrum vervoeren als dat noodzakelijk is.
Op Europees niveau wordt de status van de populatie beoordeeld als “van ondergeschikt belang”, hoewel studies nu een aanzienlijke afname van de aantallen laten zien. Deze status is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de egel een wild, onopvallend en nachtelijk dier is dat moeilijk waar te nemen is. Om de gezondheid van de populatie en de achteruitgang ervan op een bepaald grondgebied te kunnen inschatten, is vaak een participatieve studie nodig. Dit is een efficiënte methode waarmee een groot gebied bestreken kan worden.
Eind 2020 toonde een studie in Zwitserland de achteruitgang van de egelpopulaties in de stad Zürich aan. Tussen 1992 en 2017 werd een afname van meer dan 40% in het aantal egels vastgesteld! Hun bereik was ook met 18% afgenomen. Deze studie suggereert dat deze daling waarschijnlijk ook in andere grote steden wordt waargenomen.
In Engeland werd tussen 1995 en 2020 een daling van 66% van de concentratie egels op het grondgebied gerapporteerd.
Uit een studie tussen 2008 en 2018 bleek dat het aantal waarnemingen van zoogdieren, zoal de egel, aanzienlijk was afgenomen in het Vlaams Gewest. Dit geeft echter geen exacte cijfers over de afname van de populatie.
Het grote publiek is zeer geïnteresseerd in de egel en wetenschappelijke studies richten zich steeds meer op dit kleine zoogdier. Zonder kennis, is het moeilijk om de egel te kunnen beschermen!
Waar vinden we de egel?
De laatste twintig jaar is er een grotere concentratie egels in stedelijke gebieden dan op het platteland. Ze vinden er goede levensomstandigheden en een overvloed aan voedsel dat hen aantrekt. Voedsel voor huisdieren en menselijk afval zijn veel meer geconcentreerd in deze gebieden.
Bovendien is de habitat er even gunstig: er zijn ook stapels hout, bladeren, enz. en de klimatologische omstandigheden zijn minder streng. De egel kan er bijvoorbeeld een winterslaap houden onder een stapel bladeren in de beschutting van een huis, waar de temperatuur gunstig is en hij beschut is tegen de wind.
Anderzijds is het gevaar van predatie minder groot omdat dassen- of uilenpopulaties minder sterk vertegenwoordigd zijn. Egels komen echter vaker in aanraking met honden en katten, die niet noodzakelijkerwijs roofdieren zijn, en ze komen er ook vaker in aanraking met voertuigen, hetgeen de populatie sterk beïnvloedt.
Wat zijn de oorzaken van de daling van de populatie?
Het is moeilijk om met zekerheid de oorzaken van de daling van de populatie vast te stellen. Zeker is dat de opeenstapeling van verschillende factoren een probleem veroorzaakt.
Een van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang van de egel is ongetwijfeld het wegverkeer met de toename van het aantal wegen. Dit is het geval in België, dat over het meest ontwikkelde wegennet van Europa beschikt. Zo werd rond het jaar 2000 geschat dat in Nederland jaarlijks tussen 113.000 en 340.000 egels op de weg werden gedood. In België worden elk jaar tussen 230.000 en 350.000 egels op de weg gedood.
Habitatfregmentatie speelt ook een zeer belangrijke rol in de ecologie van de egel. De toename van het aantal wegen, muren, gebouwen en tuinomheiningen verhindert de egel zich vrij te bewegen in zijn omgeving. Ook het verdwijnen van ecologische corridors (lineaire structuren waardoor dieren zich beschut door plannen tussen twee ruimtes kunnen verplaatsen) is een probleem. Door de afname van het aantal groene ruimten en de kwaliteit daarvan neemt de hoeveelheid beschikbare ruimte voor wilde dieren af. Tuinen zijn vaak georganiseerd en opgeruimd, wat helemaal niet geschikt is voor egels en niet bevorderlijk is voor de aanwezigheid van insecten.
Andere verantwoordelijke factoren zijn van diverse aard, zoals:
Het gebruik van chemische producten in privétuinen, zoals slakkenbestrijdingsmiddelen, onkruidverdelgingsmiddelen en rodenticiden of andere producten tegen ongedierte in de tuin.
Het industriële gebruik van bestrijdingsmiddelen op het land en de intensivering van de landbouwpraktijken die ook gevolgen hebben voor deze dieren in hun levenscyclus of voortplanting.
Slechte tuinierspraktijken hebben ook een invloed op de overlevingskansen van egels. Ongelukken met grasmaaiers, onbedoelde slagen met tuingereedschap, hopen hout of bladeren die zonder voorzorg worden verbrand, het niet beveiligen van volle of lege zwembaden: de ongelukken zijn talrijk.
Meer in het algemeen heeft ook de klimaatverandering gevolgen voor de egels: de dooiperioden die steeds vroeger intreden, halen de egels uit hun winterslaap, waardoor ze veel energie moeten verbruiken, wat hen kan verzwakken en hen niet in staat stelt even doeltreffend te vechten wanneer de vorstperioden later terugkeren.
Wereldwijd heeft de afname van de beschikbaarheid van insecten gevolgen voor egels, evenals voor veel andere diersoorten die van hen afhankelijk zijn.
Citaten:
Veken, Timo & Vercayie, Diemer & Swinnen, Kristijn & Van Den Berge, Koen. (2019). Losse waarnemingen als monitoring?
Taucher, Anouk-Lisa & Gloor, Sandra & Dietrich, Adrian & Geiger, Madeleine & Hegglin, Daniel & Bontadina, Fabio. (2020). Decline in Distribution and Abundance: Urban Hedgehogs under Pressure. Animals : an open access journal from MDPI. 10. 10.3390/ani10091606.